Hybridisering supermarktaanbod

slider commercieel traject retailvastgoed supermarktaanbod

Met ons dagelijkse supermarktaanbod zijn wereldwijd veel partijen actief om zich te onderscheiden met maatwerk en aanpassing aan de maatschappelijke druk van ‘sneller is beter’. De technologie biedt de mogelijkheden en de klant krijgt steeds meer alternatieven voor het in huis halen van de boodschappen.

Binnen de traditionele (fysieke) supermarktformules is er inmiddels een vergaande diversificatie van kleine city-stores tot aan de grootschalige foodmarkten. Maar nog steeds moet de ‘last mile’ en de fysieke actie van betreden, selecteren en afrekenen, naar huis gaan en uitpakken door de klant zelf gedaan worden. Logisch dat partijen manieren bedenken om op één of meerdere onderdelen onderscheid te maken en de klant te ontzorgen. Walmart gaat heel ver door boodschappen tot in de koelkast te deponeren.

De boodschappen worden door de bezorger in de koelkast gelegd
De boodschappen worden door de bezorger in de koelkast gelegd

De Chinese keten AiFi is in Shanghai gestart met he openen van compleet kassaloze winkels en dit concept zal verder worden  uitgerold en verfijnd. Ook in Nederland zijn bij de Albert Heijn en Aldi al voorbeelden te vinden van supermarkten zonder checkout.

Aifi store zonder checkouts
Aifi store zonder checkouts

Flitsbezorger in opkomst

Het snel thuisbezorgen van een boodschappenpakket is zeker niet nieuw, het kunstje is volgens de oprichter van Gorilla afgekeken van een Turkse kruidenier die dit decennia geleden al deed. Daar riepen de vrouwen vanuit het raam hun boodschappen naar de kruidenier aan de overzijde en die werden dan vervolgens direct gebracht. Maar ook de kruideniers in het Nederlandse straatbeeld brachten de boodschappen thuis met een ‘lead time’ van hooguit enkele uren.

Het tumult dat in diverse Nederlandse steden ontstaan is door de overlast van met name het gedrag van de bezorgers en de “dark stores” is al in diverse media belicht. Zie daarvoor ook dit artikel met bijbehorend Youtube filmpje waarvoor Retail Prospect als deskundige is geïnterviewd.

In Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn recent één of meerdere vestigingen gesloten op grond van diverse verordeningen. Deze vestigingen zijn feitelijk distributiecentra, maar bevinden zich meestal in voormalige winkelpanden. Verplaatsing naar een bedrijventerrein levert een logistiek probleem op met de gewenste bezorgtijd van 10 minuten. Een lastige puzzel dus om deze nieuwe vorm te integreren in de stedelijke structuur. Zoals met veel innovaties zal er uiteindelijk wel een oplossing gevonden worden voor deze opstartproblemen en zijn we weer een stap dichterbij een compleet hybride supermarktaanbod waarin iedere consument zijn/haar aanbod op maat kan vinden!

Vastgoed Dordrecht staat samen voor sterke binnenstad

vastgoed dordrecht
vereniging vastgoedeigenaren 3311

Op donderdag 20 januari is de vereniging van vastgoed eigenaren 3311 Dordrecht opgericht. Deze vereniging is belangrijk, omdat er grote uitdagingen liggen in de binnenstad en samen kan je als vastgoed partijen veel meer bereiken dan ieder voor zich. Gemeente Dordrecht is blij met deze stap, omdat zij ook met de vastgoed eigenaren samen wil werken om ontwikkelingen in de binnenstad mogelijk te maken die Dordrecht op de kaart houden en het bezoeken waard maken.

Veranderende binnenstad

Horeca, cultuur, detailhandel, dienstverlening en wonen in de binnenstad. Allemaal functies die samen de binnenstad mooi en aantrekkelijk maken. Veranderend consumentengedrag vragen een andere opbouw van deze functies. Dit noemen we transformatie, panden krijgen andere invulling, worden verbouwd of vragen herbestemming. Pandeigenaren zijn hierbij cruciaal om dit ook voor elkaar te krijgen.

Waar staan we voor

Wij geloven dat pandeigenaren samen meer bereiken dan alleen, een duurzaam rendement op ons vastgoed haalbaar is en we een dynamisch en levendig centrum kunnen behouden. Dit alles met een passend aanbod en een goed ondernemersklimaat, waar ondernemers een goede boterham verdienen.

Waarom we ons willen verenigen

Naast eigenaar van panden zijn we als club ook een samenwerkingspartner voor de gemeente en de ondernemers (verenigd in de POBD). Daarom vinden we het belangrijk dat alle eigenaren van commercieel vastgoed in het postcodegebied 3311 mee denken en praten. ‘We staan voor behoorlijke uitdagingen, er moet blijvend geïnvesteerd worden in de binnenstad, dat vraagt een sterk vastgoed collectief’. Aldus Bas van Pelt. Pieter van Loon vult aan: ‘niets is er groter dan Dordt en de binnenstad verdient een integrale aanpak, waar betrokken pandeigenaren dezelfde ambitie hebben. Een plek om naar toe te komen, te blijven en terug te komen. Daarom vormen we deze club.’ Zij hebben het voortouw genomen om VVE 3311 Dordrecht, de vereniging voor eigenaren van commercieel vastgoed op te richten, onder begeleiding van het Arnhemse bureau Ik Onderneem! Naast van Pelt en van Loon zijn nog 15 andere pandeigenaren betrokken bij de opbouw van deze vereniging.

Johan Weeber, voorzitter van de vereniging: ‘Als vereniging zijn we een waardevolle gesprekspartner voor de gemeente. We denken en praten mee over wat goed is voor de binnenstad en wat goed is voor ons als eigenaren van commercieel vastgoed. En als pandeigenaar kan je via de vereniging meepraten over de ontwikkelingen in jouw straat of wijk.’

Samenwerking met gemeente

‘Als gemeente juichen we toe dat de pandeigenaren hun krachten bundelen. Onze visie ‘slijpen aan een diamant’ heeft een behoorlijke ambitie. Het gaat echt om de toekomst van de binnenstad, waar het straks nog fijner wonen, winkelen, werken en recreëren is. Om dat waar te maken hebben wij pandeigenaren, ondernemers en bewoners hard nodig’, aldus Wethouder Burggraaf. ‘De afgelopen tijd hebben we al ervaring met samenwerking met pandeigenaren in de binnenstad. Bij het opstellen van de toekomstvisie hebben we al met een denktank vastgoed gewerkt. Nu de vereniging een feit is, kunnen we nog grotere stappen voorwaarts zetten’.

Wie kunnen er lid worden

Alle eigenaren die commercieel vastgoed hebben in het postcodegebied 3311 kunnen zich aansluiten. Dat geldt voor zowel natuurlijke personen als rechtspersonen. Of je nu 1 pand in bezit hebt of 25, iedereen is welkom en iedereen mag meedoen. Wij geloven in de kracht van samenwerking.

Wij delen onze visie en ideeën daarom graag én presenteren deze tijdens een bijeenkomst op dinsdag 29 maart. Pandeigenaren in postcodegebied 3311 ontvangen hiervoor een persoonlijke uitnodiging.

Kennis van de retailer nu écht cruciaal bij ontwikkeling winkelcentra

retail vastgoed ontwikkeling winkelcentra

De (her)ontwikkeling van winkelcentra gebeurt nog te veel vanuit de centraal aangestuurde productiegedachte terwijl de huidige markt – mede ingegeven door de kredietcrisis – juist vraagt om ontwikkeling van winkelcentra vanuit de kennis en gedachten van de retailer. Johan Weeber en Peter ter Hark van het in Gouda gevestigde Retail Prospect zijn ervan overtuigd dat de huidige periode gebruikt moet worden om meer bottom-up te ontwikkelen. “Er zijn nu te veel kwetsbare winkelcentra, top-down ontwikkeld door gemeenten en ontwikkelaars. We moeten retailers eerder bij de plannen betrekken.  Retail kennis is sterk nodig om uiteindelijk leegstand en verpaupering van winkelcentra te voorkomen.”

Volgens het tweetal is het vaak een gemeentelijke detailhandelsvisie die de grondslag vormt voor het bepalen of er een winkelcentrum moet worden ontwikkeld, dan wel uitgebreid of herontwikkeld. Daarna volgt vaak een stedenbouwkundige visie waarbij helaas nog veel te weinig wordt gekeken naar aspecten als de aanrijroutes, de modal split, de uitstraling of de gewenste oppervlakte vanuit de retailformule. “In die fase worden vaak al cruciale beslissingen genomen, die lastig omkeerbaar zijn en uiteindelijk sterk van invloed zijn op het succes van de winkeliers. We maken nog te vaak mee dat we achteraf van de retailers horen ‘waarom de uitwerking van een plan toch zo is gegaan. Wie heeft dit in vredesnaam bedacht?’ De verwondering betreft dan vaak bijvoorbeeld ondergrondse bevoorrading, parkeersituatie of het feit dat een winkelcentrum te veel in zichzelf is gekeerd. Je maakt op die manier geen vrienden met de retailers, die juist heel erg gebaat zijn bij de optimalisering van al die aspecten. Retail is detail. Retailers dienen het immers uiteindelijk op die plek te doen en daar hun geld te verdienen. En, als een retailer geld kan verdienen, is dat uiteindelijk ook goed voor de consument, eindbelegger en de gemeenschap.”

Ook in de fasen erna is er weinig kans op verbetering, zo is de ervaring van Weeber en Ter Hark. “Er wordt nauwelijks meer aan de stedenbouwkundige uitgangspunten gesleuteld door ontwikkelaars omdat ze hun positie niet willen kwijtraken. Dat is vanuit hun optiek logisch, maar het eindresultaat kan daardoor nooit optimaal zijn. Pas in de fase van het voorlopig- en definitief ontwerp realiseert men zich dat de eindgebruikers zich voor veel voldongen feiten geplaatst zien. Juist ja: ‘Wie heeft dit in vredesnaam bedacht?’.

Toch werd in het verleden de ontwikkelde planvorming uiteindelijk wel geaccepteerd, volgens Weeber en Ter Hark. Door de stijgende consumentenbestedingen moesten retailers wel, om mee te kunnen blijven doen. “Maar nu zijn de tijden veranderd. Er heerst recessie en dat betekent dat zoals nooit tevoren écht goed moet worden nagedacht over hoe nieuwe ontwikkelingen vorm te geven. De consument is grilliger dan ooit. Wij zijn daarom van mening dat je veel meer dan voorheen moet doen om tevreden consumenten en winkeliers te verkrijgen en behouden. De huidige crisis is wat ons betreft met zekerheid de aanzet om bottom-up te gaan ontwikkelen. Laten we nu eindelijk eens de retailer écht centraal zetten en hem niet opzadelen met alles wat anderen vanuit ivoren torens hebben bedacht. Want echt, er zijn retailers die momenteel voldoende expansie- en verbeteringsdrift hebben in tegenstelling tot ontwikkelaars die door de kredietcrisis zijn getroffen. Er zijn dus volop kansen. Ook sanering en (her)ontwikkeling van winkelcentra biedt kansen om winkelgebieden beter voor de winkeliers/consumenten te laten functioneren.  Als je dit goed aanpakt betaalt de sanering/herontwikkeling zichzelf.

Weeber en Ter Hark spreken vanwege hun achtergrond de taal van de retailer en ook die van de ontwikkelaars. “Daar kunnen wij de ‘match’ in vinden. Wij zijn in staat om twee gescheiden werelden met elkaar te verenigen.” Het tweetal zegt dat ze momenteel vooral wordt ingeschakeld door professionele winkelontwikkelaars aan de ene kant en retailpartijen aan de andere kant, die hebben ingezien dat je met die kennis van de eindgebruiker flinke meerwaarde kunt creëren. Wij verwachten dat ook de partijen die soms een winkelcentrum (her)ontwikkelen zoals bijvoorbeeld de corporaties, woningontwikkelaars, en beleggers, dit gaan inzien. Bovenal denk ik dat wij voor de gemeentelijke overheden van grote toegevoegde waarde kunnen zijn. Precies dáár ligt ook onze missie: wij willen juist die partijen helpen, die het ontwikkelen van winkels niet als kernactiviteit (willen) zien.”

Het werk is in ieder geval goed aan Retail Prospect besteed. Zowel Weeber als Ter Hark heeft volop ervaring in de winkelbranche vanuit hun supermarktachtergrond. “Wij denken als een retailer en kunnen heel snel haalbaarheden inschatten en alternatieven aandragen,” zegt Ter Hark. “Wij doen dat onder andere met een gedegen marktanalyse. We zoeken het antwoord op de vraag of er vanuit de markt ruimte is voor partijen, die op zoek zijn naar metrages en bepaalde opbrengsten ambiëren. De gegevens uit dit onderzoek worden gebruikt om een volumestudie te doen en een kosten/batenanalyse te maken. In aansluiting daarop krijgen wij een rol bij de conceptontwikkeling: hoe liggen de winkels er het beste in om een optimale opbrengst te genereren, uiteraard binnen het kader van diverse randvoorwaarden. Tot slot maken wij een brancheringsplan. Deze bepaalt welke winkels in welke units worden geplaatst. We kijken dus letterlijk naar de plek van de voordeur.”

Weeber en Ter Hark zijn dermate overtuigd van hun visie dat zij zelfs een deel van het risico willen nemen in de beloningswijze. “Wij worden pas beloond als wij een resultaat bereiken voor onze opdrachtgevers, dat zij zonder ons niet zouden hebben bereikt. Uiteraard kunnen we ook wel op urenbasis werken als de opdrachtgever dat wil, maar wij vinden dat eigenlijk niet passen bij de benodigde moderne aanpak van winkelcentra. Wij zijn ervan overtuigd dat je de bevolking efficiënt winkelen niet mag onthouden. Hoe vaak maak je niet mee dat een opgeleverde supermarkt soms al te klein is bij de oplevering?”

Weeber en Ter Hark werken al jaren samen. Beiden hebben hun oorsprong bij Ahold Vastgoed. Daar was Ter Hark bezig met conceptontwikkeling en marktonderzoek, Weeber deed de commerciële trajecten. “Vanuit deze posities hebben wij retail bloed in onze aderen gekregen, maar ook begrip voor hoe de vastgoedmarkt werkt,” zegt het tweetal. “En precies daar zit dan ook de sleutelfactor van onze ambities. Weliswaar willen wij vanuit Retail Prospect klein en gespecialiseerd blijven, om de ondersteuning zo optimaal mogelijk te kunnen inkleden, maar we zijn er wel van overtuigd dat er in het retail landschap in Nederland een veranderslag in denken nodig is: de eindgebruiker moet centraal staan.

Ontwikkeling winkelcentra? Retail Prospect.

Bron: Gouda Retail Jaarboek